Het huis van lezen

Lezen is een intrigerend, groot huis, waaraan je van buiten niet kunt zien of het bewoond is. Er hangen geen vitrages voor de ramen, er staat geen auto voor de deur en geen fiets tegen het hek. Maar het huis maakt wel nieuwsgierig, al is niet precies te zeggen, hoe dan. Als je een dag wilt zonder spanning, zonder heftige emoties, zonder de afwisseling van vreugde en verdriet, zonder de afwisseling van eenzaamheid en schaterlachen met vrienden, zonder dat je ergens nieuwsgierig naar bent, moet je vooral doorlopen.

Maar als je wél nieuwsgierig bent kun je het huis binnengaan: het is niet op slot, je nieuwsgierigheid is de sleutel. Je zult ontdekken dat er binnen ontelbaar veel deuren zijn. En niet allemaal hetzelfde, maar deuren die je met hun kleur of met de afbeelding die erop staat, nieuwsgierig maken. Vergelijk het met de kaft van een boek.

Die deuren zijn allemaal niet op slot. Achter elke deur vind je een kort of lang verhaal, of een boek. Ga die deur door, ga op in het verhaal en je zult niet weten wat je meemaakt. Dat weet je pas als het uit is.

De deur kan aan de binnenkant, met een schuif, op slot. Niemand kan je storen als je dat niet wilt. Je kunt de tijd nemen om het verhaal mee te beleven en alles aan de andere kant van de deur te vergeten. Al het gedoe en de herrie en de haast, dat is allemaal even weg. Dat heet: je verdiepen in het verhaal, en dat is precies wat het is. Je gaat kopje onder en je bent helemaal weg tot je, naar adem snakkend, weer boven komt. Tot het boek uit is, je de kamer weer uitgaat, en dan door de voordeur van het Huis van Lezen naar buiten, waar je met je ogen knipperend tegen het licht maar één woord kunt bedenken: ‘Wów!

Er zijn nog heel veel andere deuren, met verhalen erachter. Die mis je allemaal als je het Huis van Lezen elke keer voorbij loopt, en je zult nooit weten wát je mist. Dat zou toch bijzonder treurig zijn.