Peter logeert een week bij zijn oude tante Elisabeth. Ze woont in een groot herenhuis aan de singel, vlak bij het Spoorwegmuseum. Als Peter in het museum is, ontmoet hij een paar kinderen, onder wie Lucas. Ook staat hij daar voor het eerst oog in oog met de leden van de Zwarte Bende, die hem een onheilspellend gevoel bezorgen.
Dan moet zijn tante plotseling naar het ziekenhuis. Peter logeert zolang bij Dorah, de buurvrouw. Samen met haar en Lucas, zijn nieuwe vriend, krijgt hij steeds vaker met de Zwarte Bende te maken. Als het écht uit de hand dreigt te lopen, ontdekt hij dat je je geen held hoeft te voelen om er een te zijn…