IN DE MAAT LOPEN

Op Youtube kijk ik wel eens naar filmpjes van marcherende muziekkorpsen. Een aangenaam maar ook leerzaam tijdverdrijf. Naar mensen kijken is namelijk een belangrijk en serieus onderdeel van het schrijversvak.

Marcheren op de maat van de muziek is ook een serieuze zaak. Daar komt, weet ik, een hoop oefenen bij kijken.

In Londen is er elk jaar een grote parade ter ere van de burgemeester: The Lord Mayor’s Show. Dat is een vrolijke boel daar. Mannen en (wat minder) vrouwen in uniformen en feestelijke gewaden. (je kunt van Engelsen zeggen wat je wilt maar daar zijn ze erg goed in). Ze zwaaien en lachen naar het publiek dat drie rijen dik langs de route staat. Het is een feestelijke aangelegenheid.

Maar van tijd tot tijd passeert een muziekkorps en die mensen lopen strak in de maat. Geen glimlach, geen gezwaai naar de mensen. De Tambour Maître voorop, zelfbewust, de borst vooruit, het gezicht op ‘kijk mij eens.’ Net als de muzikanten achter hem, in elk geval van diegenen die aan de buitenkant lopen. Als je in het midden loopt ziet bijna niemand je, behalve als je ruim twee meter lang bent. Als ik lid zou zijn van zo’n korps zou ik aan de buitenkant willen lopen met net zo’n gezicht als de Tambour Maître. Daar gaat het namelijk om volgens mij: kijk mij eens. Als zo’n korps het perfect uitvoert kan ik daar met ontzag naar kijken.

En dan zie ik opeens die kleine jongen, die met zijn korte beentjes heel grote stappen moet nemen om in de maat te blijven. Hij heeft net zo’n uniform aan als de anderen en slaat, in de maat, op de triangel (zie foto). Later, als hij groot is, mag hij met de grote trom lopen.

Het hoogtepunt van de stoet is de Londende Gouden Koets, nog een stuk lelijker dan die van ons, met de mayor zelf erin. Hij buigt zich van links naar rechts, door het open raam, en zwaait met zijn hoed.

Misschien een ideetje voor W.A. en Maxima op Prinsjesdag: nóg dichter bij het volk.