Verhalen vangen

Een leerling vroeg: ‘Hebt u behalve schrijven nog andere hobby’s?’ ‘Schrijven is niet mijn hobby,’ zei ik. ‘Schrijven is mijn werk.’ En zo is het. Maar het is leuk werk, ik doe het graag, en ik ga er zo lang mogelijk mee door. Verhalen zijn overal en ik weet hoe ik ze kan vinden. Daar heb ik een antenne voor. ‘Hier jij, verhaal,’ zeg ik dan. ‘Ik ga jou uit elkaar halen, kneden, op maat zagen en weer in elkaar zetten. Ik laat mijn fantasie op je los. Tenslotte pas je dan precies in een boek.’ Dat is mijn werk.

Bijna al mijn boeken spelen zich af in de werkelijkheid die jullie ook kennen. Dat betekent dat ze over vrolijkheid gaan, over verdriet, pijn, spanning, avontuur, gevaar, liefde, hollen en stilstaan, liegen en de waarheid spreken.

Over ons leven dus.

Een bos bloemen

Mijn leven bestaat uit van alles en nog wat, maar er zijn twee belangrijke onderdelen: schrijven en zingen. Wat dat betreft ben ik gelukkig. Schrijven doe ik meestal thuis, zingen doe ik in de Domcantorij, het koor van de Utrechtse Domkerk, en dat doe ik al sinds 1971. Het is een drukke baan, waar ik geen cent voor betaald krijg en ik wil niet zonder. De Domkerk bestaat nog maar voor de helft sinds de storm van 1674, maar ik voel me er thuis. Ik ken elke zuil en elke grafzerk. Soms verbeeld ik me dat ik er woon.

Tja, ik ben dus van de taal en de muziek. Het lijkt niet veel maar het is het wel.

Ze versieren het leven.
Zoals bloemen bloeien.